Het begrip "Internet of Things" komt voort uit de versmelting tussen twee bestaande technieken, namelijk de informatietechnologie en de operationele technologie. De informatietechnologie houdt zich vooral bezig met de manier waarop alles met elkaar kan communiceren door middel van een apparaat, zoals bijvoorbeeld een smartphone, tablet, laptop of desktop pc. De operationele technologie houdt zich voornamelijk bezig met de integratie en de controle op machines in de industrie. Bij het internet of things kunnen dus ook een lamp en een stoel apparaten zijn. Deze apparaten zullen chips gebruiken die met elkaar kunnen communiceren en op bepaalde gebeurtenissen kunnen reageren. Daarbij zullen ze gebruik kunnen maken van elkaars chips om berekeningen uit te voeren, dit wordt ook wel collective computing genoemd.
In het internet of things komt de informatietechnologie en de operationele technologie samen om elkaar te ondersteunen. Dit biedt een breed scala aan mogelijkheden voor zowel bedrijven als consumenten. Het internet of things is als het ware een netwerk dat bestaat uit fysieke objecten ("things") die geïntegreerd zijn met allerlei elektronica, sensoren, software en verbindingsmogelijkheden, zodat deze kunnen communiceren met gebruiker, fabrikant en elkaar. Het is echter zo, dat een "thing" niet perse fysiek hoeft te zijn. Stel je voor dat een kamer, door middel van sensoren, in 3D geregistreerd wordt. Het registreren kan gezien worden als een "thing" dat niet fysiek waar te nemen is. De sensoren binnen het registratie systeem zijn bijvoorbeeld wel fysiek en dus tevens een "thing". Beiden onderdelen maken deel uit van het registratie systeem, dat op zijn beurt weer deel uit maakt van het internet of things.
Een ander begrip dat we moeten aanhalen om het internet of things beter te gaan begrijpen, is Machine to Machine (M2M). Deze term refereert naar een technologie die zowel bedrade als draadloze systemen laat communiceren met andere apparaten van hetzelfde type. Wat M2M bijvoorbeeld kan doen is, het registreren van een bepaalde gebeurtenis, daar een waarde aan toevoegen en die informatie doorsturen naar dezelfde of verschillende typen apparaten. De andere of dezelfde types van de apparaten kunnen vervolgens reageren op de doorgestuurde informatie. Deze techniek zal dus een grote ondersteuning zijn voor het internet of things.
"Er zijn al meer geconnecteerde apparaten op de wereld dan mensen"
Een hedendaags voorbeeld van internet of things is bijvoorbeeld een slimme thermostaat. Dit apparaat registreert je energieverbruik en geeft bepaalde waardes aan de informatie die het binnen krijgt. Vervolgens kan de slimme thermostaat uit zichzelf leren van je energieverbruik en op basis daarvan een schema maken voor de verwarming in huis. Daarbij kunnen sommige slimme thermostaten al gebruik maken van GEO locatie, een techniek die gebruik kan maken van de GPS in je smartphone. Op deze manier weet de thermostaat of je wel of niet thuis bent en kan dan op basis van die gegevens besluiten om de verwarming aan of uit te zetten.
Apparaten in het internet of things zullen dus gebruik moeten maken van een netwerk om informatie te delen en kennis te vergaren over de informatie die zij opdoen via hun sensoren. Zo'n netwerk is dus precies waar KPN in geïnteresseerd is. De provider heeft zich aangesloten bij de zogeheten LoRa Alliance, een initiatief dat tot een nieuwe wereldwijde standaard wilt komen om apparaten met een laag energieverbruik te koppelen aan het internet.
Huidige netwerken die wij kennen zijn bijvoorbeeld het 2G, 3G en 4G netwerk. Deze zijn echter niet geschikt voor internet of things toepassingen die gebruik maken van het LoRa netwerk. Dit komt voornamelijk doordat deze apparaten niet altijd verbinding met het internet nodig hebben doordat ze maar weinig data verbruiken. Zo wilt KPN bijvoorbeeld het LoRa netwerk inzetten voor dijkbewaking. Wanneer bepaalde waardes door sensoren gemeten worden bij de dijk, zal de internet of things toepassing een signaal via een lage radiofrequentie door kunnen sturen naar een ander apparaat. Dit apparaat kan de binnengekregen informatie vervolgens verwerken en daar een waarde aan geven. Vervolgens zal het apparaat de informatie door kunnen sturen via het internet zodat de dijkbewaking deze kan ontvangen. Dit gebeurt dus alleen bij bepaalde situaties en vereist geen constante internet verbinding.
Internet of things diensten die gebruik zullen maken van LoRa zijn vooral bedoelt voor buiten het huis, dit doordat ze een lage datacapaciteit hebben en een laag energieverbruik. De batterij van een apparaat, die gebruik maakt van Lora, gaat tot wel tien jaar mee doordat het kleine stukken informatie verstuurt over lange afstand middels een lage frequentie radiosignalen. De lage frequentie zal niet gemakkelijk door muren heen verstuurd kunnen worden, vandaar dat toepassingen buitenshuis beter geschikt zijn voor het LoRa netwerk. Naar verwachting lanceert KPN aan het einde van dit jaar nog zijn eigen LoRa-diensten in Rotterdam en Den Haag.
Bron: Providers.nl